[181] |
Op de top van de laatste klim in de 14e etappe van de Tour de France 2012 reden vrijwel tegelijk zo’n dertig renners één of meer keren lek. Cadel Evans – Toerwinnaar 2011 – zelfs drie keer. Ook drie ploegleiderwagens en een aantal motoren waren het slachtoffer. De oorzaak: kopspijkers.
Onder leiding van gele truidrager Bradley Wiggens, die zelf ook lek reed, werd de koers tijdelijk geneutraliseerd. Daardoor konden de lekrijders terugkeren in het peloton. De Fransman Roland hield zich echter niet aan de wapenstilstand en demarreerde. En juist over deze demarrage ontstond een geweldige polemiek.
Eerst tussen de tv-commentatoren Maarten Ducrot en Michael Boogerd. Volgens Ducrot is het een wielerwet dat je gebruik maakt van tegenslagen van je concurrenten. Volgens Boogerd was Rolands demarrage onsportief. In Frankrijk kwam er zelfs een klachtenlijn om te klagen over Rolands demarrage.
In het tv-programma ‘de avondetappe’ werd de polemiek voortgezet met de gasten tv-presentatrice Eva Jinek en haar partner strafrechtadvocaat Bram Moszkowicz. Jinek begreep Roland wel. Topsporters mogen volgens haar zulke situaties uitbuiten, als ze die zelf niet veroorzaakt hebben. Zij begreep, als buitenstaander in de wielersport, niet dat dat niet mocht. En Roland wist op dat moment nog niets over kopspijkers, aldus Jinek.
Presentator Mart Smeets wees Jinek terecht door te wijzen op sociaal gewenst gedrag met de opmerking: “als de baas van het peloton – dat is de man in de gele trui – zegt dat we niet rijden, dan rij je niet.” Ook Moszkowicz was het oneens met zijn partner. Volgens hem moet je de grootheid hebben de wedstrijd te neutraliseren als iemand pech heeft, wat de oorzaak daarvan ook is. Anders speel je het spel niet eerlijk. Roland, die zich hier niet aan hield, werd door Moszkowicz een matennaaier genoemd. We analyseren deze opvattingen en onderzoeken wie gelijk heeft.
Als eerste beoordelen we Moszkowicz’s redenering: ‘bij pech van een tegenstander moet je de wedstrijd neutraliseren, anders is het niet eerlijk.’ Hoewel deze redenering sympathiek lijkt, wijst ze ook op gebrek aan kennis over de wielersport. Die regel moet dan namelijk voor alle renners gelden. Dus zowel voor gele trui drager Bredley Wiggens als voor achterhoede renner Kenny van Hummel. Door het grootte aantal deelnemers (150-200) zijn er voortdurend pechgevallen: lekke banden, ontstelde derailleurs, losse zadels, enzovoort. Als het peloton op ieder pechgeval wacht, komt het niet meer aan koersen toe. En als bijvoorbeeld wel op Wiggens, maar niet op van Hummel wordt gewacht ontstaat willekeur. En hoe moet het dan met een kopgroep, moet die ook wachten bij pech in het peloton. Kortom: willekeur en onwerkbaar.
Vervolgens kijken we naar het idee van Smeets: “als de patron van het peloton zegt dat er niet gereden wordt, wordt er niet gereden.” Maar net als in Moszkowicz’s redenering levert dit ongewenste willekeur op. Dat zagen we bijvoorbeeld enkele jaren geleden toen in een steile afdaling tijdens de Tour een valpartij ontstond door olie op een nat wegdek. Onder leiding van Cansellara werd het peloton geneutraliseerd, zodat de Luxemburgse gebroeders Schleck – als potentiële tourwinnaars – gemakkelijk konden terugkeren. Enkele dagen later viel de Nederlander Robbert Gesink, maar toen werd niet gewacht.
Als laatste kijken we naar de opvatting van Eva Jinek dat het in de topsport gerechtvaardigd is om gebruik te maken van de tegenslagen van je concurrenten. Natuurlijk heeft ze daar gelijk in. De afkeurende reacties richting Roland zijn dan ook hypocriet. Gebruik maken van je tegenstanders is een kenmerk van topsport en zeker van beroepswielrennen. Er was dan ook geen reden dat Roland niet mocht demarreren. Dat heeft niks met oneerlijkheid te maken, dat is wielrennen.
Had Wiggens de race ook geneutraliseerd als Evans in het klassement slechts zes seconden achterstand had of zelfs een kleine voorsprong? Ik vermoed van niet. En op het moment van Rolands demarrage was het voor iedereen nog onduidelijk wat er precies aan de hand was. Het gedrag van de Fransman vervolgens veroordelen op basis van wat we later wel wisten, is de hypocrisie ten top.
Mogen wedstrijden dan nooit geneutraliseerd worden? Ja, zeker wel. Maar dat is niet de taak van de patron in het peloton, maar van de jury. En de jury bepaald ook wanneer dit bijzondere middel wordt ingezet. Was het kopspijkers incident zo´n bijzonder geval. Ik denk het wel, maar dat gold ook voor de massale valpartij eerder in deze Tour, waarbij veel Nederlandse renners achterstand opliepen. Maar ik ben geen jury.
En is er een betere oplossing voor pechgevallen? Ja, laat renners met pech achter een auto terugbrengen tot direct achter het peloton. Als de jury indien nodig de wedstrijd neutraliseert en renners met pech achter de auto terug mogen komen, is veel van wat Boogert, Moszkowicz, en Smeets als oneerlijk ervaren opgelost. Maar perfectie bestaat niet.
En Roland, die deed niet anders dan waarvoor hij was ingehuurd: koersen en proberen een zo goed mogelijk positie in het algemeen klassement te bemachtigen. Hem daarvoor een matennaaier noemen is volstrekt misplaatst.
***
Copyright © 2006-2022 - Dr. Bram Brouwer - All Rights Reserved