[186]

Home | Terug

Introductie

Global warming

Tijdens de milieuconferentie in Parijs zei Obama dat 2015 het warmste jaar ooit was. Nieuwsuur meldde dat 2016 nog warmer was. En de laatste dagen van maart 2017 waren opnieuw de warmste ooit. Ofwel, het was nog nooit zo warm als tegenwoordig. Dat komt, zo wordt aangenomen, door de toename van broeikasgassen als CO2 en als we die niet tegengaan zal de zeespiegel voor Nederland desastreus stijgen. En, wordt betoogd, wetenschappers zijn het hier voor 97% mee eens. Juist dan gaan bij mij alle bellen rinkelen.

Het systematisch registreren van de temperatuur doen we nog geen 300 jaar, terwijl de wereld 4,5 miljard jaar bestaat. Nederland was ooit subtropisch en kende een ijstijd. Het is alsof we op de laatste 12 centimeter van Amsterdam-Rome het hoogste punt onderweg bepalen en daarbij de Alpen vergeten. Dat broeikasgasstijging tot temperatuurstijging leidt zou blijken uit grafieken. Die tonen echter correlatie, maar geen oorzakelijkheid. Mogelijk veroorzaakt temperaturenstijging de broeikasgasstijging, ontstaan beide toenames door een andere onbekende oorzaak of is die samenhang gewoon toeval. Dat Nederland nooit meer verandert is een utopie. Duizend jaar geleden lag Mantgum aan zee, misschien ligt het over duizend jaar wel in zee zonder dat wij daar iets aan kunnen doen. Samengevat, het is momenteel hooguit het warmst sinds zo’n 300 jaar, dat een toename in broeikasgassen tot temperatuurstijging leidt is nooit overtuigend aangetoond en de wereld (Nederland) blijft niet zoals hij is.

Sommigen noemen mij een klimaatscepticus, ik gebruik liever klimaatrealist. Sceptici ontkennen milieuverandering, vaak om commerciële redenen. Realisten zijn op basis van wetenschappelijke argumenten niet overtuigd van de dominante menselijke invloed op die verandering. Het zou jammer zijn als onze achterachterkleinkinderen ontdekken dat de menselijke invloed op het klimaat kleiner is dan we nu denken en dat wij, door op één paard te wedden, de verkeerde oplossing kozen. Misschien moeten we de Nederlandse economische centra naar veiliger locaties verplaatsen en moeten we Europa omarmen, zodat we een groter achterland hebben. Anders zijn onze achterachterkleinkinderen mogelijk de vluchtelingen die hopen dat ze elders op de wereld opgevangen worden.

Maar er zijn genoeg andere redenen om het milieu te beschermen en naar duurzaamheid te streven. Daarom zit ik in de werkgroep ‘Duorsum Mantgum’ die de mogelijkheden voor een energieneutraal Mantgum onderzoekt.

1e naschift

Naar aanleiding van bovenstaand hoofdredactioneel artikel in de Mandegoud[1], het dorpsorgaan van Mantgum (Friesland), kreeg ik meerdere opmerkingen van mensen die door de milieulobby overtuigd waren dat het verband tussen de menselijke[2] CO2-productie en global-warming (stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur), en de daaraan gekoppelde zeespiegelstijging, keihard is en gebaseerd op overtuigend wetenschappelijk onderzoek.

Zoals het artikel al vermeldt wordt vaak beargumenteerd dat 97% van de wetenschap bovenstaand standpunt onderschrijft. In een tv-programma betoogde een milieu-lobbyist zelfs dat alle echte wetenschappers het eens zijn over het oorzakelijk verband tussen menselijke CO2-productie, global-warming en zeespiegelstijging. Bij dit soort argumenten moeten we alert zijn, omdat ze eerder uit ideologie dan uit wetenschap voortkomen. Het is een jij-bak, waarin niet de bal, maar de tegenstander wordt gespeeld. Meestal wijst dit op een gebrek aan overtuigende argumenten. De uitspraak impliceert immers dat wetenschappers met een andere opvatting onechte wetenschapper zijn, terwijl de wetenschap juist bestaat bij de gratie van botsende meningen.

Mijn reactie is altijd eenvoudig: 'Kom maar op met dat bewijs en overtuig me!". Ik heb zulks bewijs nog nooit gekregen, waarschijnlijk omdat het niet bestaat. Sterker nog, ik durf te betogen dat wij niet over wetenschappelijke onderzoeksmethoden beschikken die een oorzakelijk verband tussen onze CO2-productie en global-warming kunnen aantonen c.q. verwerpen. We zijn dan veroordeeld tot het interpreteren van relationele verbanden en dat leidt gemakkelijk tot fouten, vooral als we door ideologische verblinding al overtuigd zijn van ons gelijk.

Het hoofdredactioneel artikel betoogt dat wij sinds circa 300 jaar buitentemperaturen meten en registreren. De gemiddelde wereldtemperatuur, belangrijk voor de klimaatdiscussie, registreren we echter pas sinds 1880, dus nog geen 140 jaar[3]. Fanatieke milieulobbyisten gebruiken het liefst gegevens over de laatste 20 à 30 jaar, omdat die de vermeende samenhang tussen onze CO2-productie en wereldtemperatuur zo mooi illustreren.

Of de gegevens waarop klimaatlobbyisten zich baseren nu een periode omvat van 30, 140 of 300 jaar, ze geven steeds een valse voorstelling van zaken. Dat komt door het statistisch restriction of range effect. Dat wil zeggen dat de meetperiode waarin de gegevens zijn verzameld niet representatief is voor het gehele fenomeen, waarover wij een uitspraak willen doen: hier de gemiddelde wereldtemperatuur. Met andere woorden de gebruikte gegevens zeggen hooguit iets over de global-warming binnen de meetperiode, maar niets over veranderingen van de wereldtemperatuur als geheel. Voor betrouwbare uitspraken daarover moeten we ons blikveld verbreden en bijvoorbeeld een tijdsbestek van 20 duizend jaar beschouwen.

Tussen de 20 en 15 duizend jaar geleden was de poolijstemperatuur[4] aanzienlijk lager dan nu (zie figuur; rode curve). De polen accumuleerden daardoor zoveel sneeuw en ijs dat de zeespiegel destijds zo'n 120 meter lager was dan nu. We konden toen gewoon naar Engeland lopen. In de 4,5 miljard jaar dat de aarde bestaat is die 20 duizend jaar echter nog steeds peanuts. Stel u een imaginaire tijdschaal voor, waarin de levensduur gelijk staat aan 24 uur. Een seconde is dan circa 52 duizend jaar. De 20 duizend jaar waarover we hier spreken zijn dan de laatste 0,4 seconde op die 24-uurs tijdschaal.

pooltemperatuur

De figuur laat verder zien dat de poolijstemperatuur circa vijftienduizend jaar geleden zeer snel steeg, maar zo'n 17,5 duizend jaar geleden een nieuw diepte punt bereikte. De accumulatie van sneeuw en ijs, en daarmee het zeespiegelniveau varieerden automatisch mee: naarmate de poolijstemperatuur hoger is, wordt er minder sneeuw en ijs geaccumuleerd en stijgt de zeespiegel. Ongeveer 18,5 duizend jaar geleden zien we opnieuw een zeer plotselinge sterke toename van de poolijstemperatuur (Younger Dryas), die tot ongeveer 10 duizend jaar geleden doorstijgt.

Als we de poolijstemperatuur in die laatste 10 duizend jaar (minder dan 0,2 seconde op onze imaginaire tijdschaal) beschouwen zien we dat die, ondanks enkele pieken en dalen, relatief stabiel is vergeleken met de sterke schommelingen in de 5 duizend jaar daarvoor. Maar ze is ook circa 15°C hoger dan de periode tussen 20 en 15 duizend jaar geleden.

Zo'n twee duizend jaar geleden zien we een piekje in de poolijstemperatuur die de middeleeuws warme periode (Medieval Warm Period) wordt genoemd. Die relatief warme periode wordt zo'n duizend jaar geleden gevolgd door de zogenoemde kleine ijstijd (Little Ice Age), waarin de poolijstemperaturen weer wat lager waren. Sindsdien stijgt de poolijstemperatuur weer om zich te herstellen van de kleine ijstijd en in die periode zitten we nog steeds. De grafiek laat echter zien dat het met de poolijstemperatuur zomaar weer de andere kant op kan gaan.

Het voorgaande betekent dat klimaatsceptici als Donald Trump, volgens wie de global warming bedacht is door de Chinezen, ongelijk hebben. De wereldtemperatuur stijgt de laatste honderden jaren wel degelijk. Zij lijken dit argument vooral te gebruiken voor commerciële doeleinden. Maar met de figuur voor ogen is ook onmogelijk te beweren dat de wereldtemperatuur nog nooit zo hoog geweest is als tegenwoordig en is het op z’n minst twijfelachtig dat wij de global warming kunnen beheersen door onze CO2-uitstoot te beperken. Dat kon wel eens een grove overschatting zijn, waar de mensheid wel vaker last van heeft. De natuur blijkt echter altijd te winnen.

Wil dat dan zeggen dat het streven naar duurzaamheid onzin is. Zeker niet. Een ding is duidelijk, het is de mensheid gelukt om natuurlijke energiebronnen (steenkool, olie, gas, etc.) die zich op een ecologische tijdschaal in miljoenen jaren hebben gevormd, op een menselijke tijdschaal binnen nog geen twee eeuwen bijna op te verbruiken. Daarbij hebben we niet of nauwelijks oog gehad voor de vervuiling die dat met zich meebracht. Als wij onze toekomstige achter-achter kleinkinderen een evengoed leven toewensen dan wij hebben gehad, is een schone duurzame energie productie van levensbelang. En dat geldt niet alleen voor onze nakomelingen, maar ook voor die van onze mede aardbewoners.

Tot slot lijkt het mij nuttig er in ons langetermijnbeleid rekening mee houden dat we de global-warming en daarmee de zeespiegelstijging toch niet zo in de hand hebben als velen nu veronderstellen. Dat vergt heel andere maatregelen dat velen nu voorstaan.

2e naschrift

Op 31 mei 2017 wordt bekend dat President Donald Trump heeft besloten dat Amerika zich uit het milieu-akkoord van Parijs terugtrekt. Hij geloofd niet in global warming. Trump heeft hier een punt. Ik weet niet of hij dat doet, maar er zijn zoals ik liet zien goede argumenten om dat te betogen, althans wat betreft de menselijke invloed op de wereldtemperatuur. Dat komt door de dominante aandacht voor global-warming in het huidige klimaatbeleid. Daardoor verdwijnen andere belangrijke problemen naar de achtergrond, bijvoorbeeld klimaatvervuiling, eindige fossiele energie, leefruimte voor medeaardbewoners zoals de Orang-Oetangs. Die worden Trumps ‘gelijk’ mede van tafel geveegd. Een evenwichtiger milieubeleid, met minder nadruk op global-warming, lijkt mij dan ook zeer wenselijk.

Als u zich verder in deze materie wilt verdiepen verwijs ik u onder andere naar de boeken van oud-hoogleraar Salomon Kroonenberg en naar de website Klimaatgek.

Zie ook: Global Warming en krill.

Noten

[1] Het artikel is hier enigszins aangepast.
[2]  Ik spreek bewust over menselijke CO2-productie, omdat de natuur zelf ook CO2 produceert en daar hebben wij nauwelijks invloed op.
[3]  Oldenborgh, Geert Jan van (2010). Waarnemingen van klimaatverandering. Utrecht, KNMI.
[4]  De poolijstemperatuur wordt hier gebruikt al maat voor de veranderingen in de gemiddelde wereldtemperatuur.

***

Copyright © 2006-2022 - Dr. Bram Brouwer - All Rights Reserved