Vandaag bereikte mij het trieste bericht dat voormalig UCI-voorzitter (Union Cycliste Internationale) en IOC-lid Hein Verbruggen afgelopen nacht is overleden.
In mijn geschriften, inclusief mijn proefschrift, heb ik veel kritiek op Verbruggen geuit. Die kritiek ging vooral over zijn bewering dat duuratleten met epo meer dan twintig procent beter presteren. Dat werd volgens de oud UCI-voorzitter bewezen door het grote aantal wereldrecords in het zwemmen, schaatsen en wielrennen sinds epo rond 1990 in de sport beschikbaar kwam. In mijn proefschrift liet ik zien dat dat onjuist is.
Behoudens op de vijfduizend meter schaatsen was het aantal wereldrecords in de genoemde sporten sinds 1990 juist lager. De progressie op de vijfduizend meter schaatsen ontstond vooral door de in 1997 geïntroduceerde klapschaats. Volgens mij heeft Verbruggen met zijn bewering de (wieler)sport veel schade toegebracht.
Maar Verbruggen heeft de wielersport ook geprofessionaliseerd en het beroepswielrennen onder de IOC-vleugels gebracht (amateurwielrennen hoorde altijd al bij de Olympische gemeenschap).
Met zijn professionaliseringsslag heeft Verbruggen de wielersport enorm vooruit geholpen en voorbereidt op de eenentwintigste eeuw. Mede door Verbruggen geïnitieerde initiatieven – als verdere commercialisering en de invoering van het UCI-klassement – heeft het prestatieniveau in de wielersport rond de jaren 1990 een enorme boost gekregen. Ironische genoeg werd die progressie later toegeschreven aan de vermeend introductie van epo: een irrationele causaliteit.
Het onderbrengen van het professionele wielrennen bij het IOC was voor sportbestuurders waarschijnlijk zeer aantrekkelijk. Verbruggen werd verkozen tot IOC-lid, in de sport een zeer prestigieuze functie. Maar voor het professionele wielrennen was deze stap volgens mij minder gelukkig.
Binnen het professionele wielrennen en de Olympische gemeenschap heersten totaal verschillende culturen, die onmogelijk in een klap geïntegreerd konden worden. Problemen konden dan ook niet uitblijven, vooral omdat binnen de Olympische beweging het idee bestaat dat hun sportcultuur superieur is. Het beroepswielrennen moest zich dan ook volledig aan die Olympische cultuur onderwerpen. Dat zou het zelfde als onze moslim-medelanders te verplichten hun culturele gewoonten en gebruiken vaarwel te zeggen om vervolgens de dominante Nederlandse joods-christelijke cultuur over te nemen.
De problemen in het wielrennen hebben zich, mede door de genoemde illusionaire causaliteit tussen epo en wielerprestaties, vooral geuit in het dopingprobleem. Dat had een uitstralingseffect naar andere sporten, waardoor de huidige sportgemeenschap nu met een gigantisch geldverslindend en tot geschiedvervalsing leidend vermeend dopingprobleem opgezadeld zit.
Als UCI-voorzitter had Verbruggen een belangrijke stem in deze ontwikkeling. Dat hij naar mijn oordeel een verkeerde beslissing nam om het beroepswielrennen te snel onder de IOC-vlag onder te brengen, doet niets af aan dat Verbruggen vrijwel zeker een integer sportbestuurder was en een onovertroffen organisator. Voor zijn bewering over epo liet hij zich waarschijnlijk voorlichten door de antidopingwereld. Die wilden zulke beweringen graag gebruikten om hun antidopingbeleid te rechtvaardigen. Ik denk dat de voormalig marketing man zelf geen verstand van epo had. De wielersport is echter meer dan marketing.
Hein, rust zacht.
***
Copyright © 2006-2022 - Dr. Bram Brouwer - All Rights Reserved