Dr. Bram Brouwer

Onafhankelijk waarheidszoeker en om- en tegendenker

     De door wielrenner Scarponi beroemd geworden papegaai Franky is bij een ongeval gewond geraakt. |      Na een periode van ziekte heb ik de draad op mijn website weer opgepakt. |      Door mijn ziekte is heeft ook de verhuizing van de Doping Academy stil gelegen. |      Om de waarheid te vinden, moeten we blijven twijfelen. |

[220]

Home | Terug

 Weinstein Champman 200x200
Harvey Weinstein en zijn
ex-vrouw  Georgina Chapman

De jury heeft gesproken. Oud-filmbaas Harvey Weinstein is deels schuldig bevonden voor de aanklachten van seksuele intimidatie op de werkvloer tot verkrachting en aanranding van zijn actrices. Dat is opmerkelijk omdat er geen ander bewijs voor zijn schuld is dan de verhalen van de actrices (anekdotisch bewijs). Weinsteins verdediging ontkende de seksuele handelingen tussen de oud-filmbaas en de actrices niet, maar dat was volgens hen met beider instemming en daar is niets mis mee. Ik besprak dat eerder.

Het bewijs

Door het gebrek aan overtuigend bewijs moesten de aanklagers teruggrijpen op non-bewijs. Bijvoorbeeld door als belastend bewijs aan te voeren dat Weinstein en een van de vermeende slachtoffers samen op een hotelkamer waren geweest. Althans zo legde de Nederlandse strafrechtadvocate Brigitte Roodveldt het uit in het radioprogramma Nieuwsweekend (25-01-2020). Maar zoals ik eerder al heb uitgelegd pas zulk bewijs bij zowel het schuldig (onvrijwillige seks) als het onschuldig (vrijwillige seks) scenario en is dan geen bewijs.

Daarnaast waren de getuigenissen van de actrices die Weinstein beschuldigden sterk beïnvloed door het #metoo-debat. Daardoor kwamen hun verklaringen, waarschijnlijk onbewust, sterk overeen. Dat wil zeggen dat de getuigen in het Weinstein-proces niet onafhankelijk van elkaar waren, zodat we ze niet als afzonderlijke getuigen mogen zien. In het dagelijks spraakgebruik noemen we dat met één mond praten. Het is denkbaar dat de seks destijds, mogelijk met enige tegenzin, instrumenteel (ergens toe dienend) vrijwillig was, maar dat de actrice door het #metoo-debat daar achteraf anders over ging denken en er vervolgens van overtuigd raakte dat ze vóór de seks met Weinstein ook al vond dat dat onvrijwillig was. Dit psychologisch fenomeen, waarin we achteraf denken dat we iets vooraf al wisten, staat bekend als hindsight bias.

Ontlastend bewijs

Er was wel ontlastend bewijs voor Weinstein. Zo kreeg hij van sommige actrices na het vermeende misdrijf nog lieve mailtjes, die zijn seksuele escapades eerder leken aan te moedigen dan te ontmoedigen. Tijdens het proces bleek dat sommige actrices zelfs na de vermeende verkrachting opnieuw en vrijwillig het bed met de oud-filmbaas deelden. Voor zover ik kon nagaan is er tijdens het proces geen ander belastend bewijs geleverd dan de anekdotes van de vermeende slachtoffers, laat staan objectief belastend bewijs dat overtuigend is. Het probleem in dit soort zaken is vrijwel altijd dat niemand anders dan de ‘dader’ en het ‘slachtoffer’ bij het vermeende misdrijf aanwezig was en die zullen tegengesteld verklaren. Het is dan Weinsteins woord tegen dat van de actrices, die, zoals we zagen, met één mond praten.

Met andere woorden, vanuit het perspectief van waarheidsvinding, was er maar een uitspraak mogelijk: vrijspraak door gebrek aan bewijs. Overigens is dat niet vreemd, omdat de vrijspraak van verdachten altijd is gebaseerd op gebrek aan bewijs. Onschuld is namelijk niet te bewijzen. Er is dan ook maar één manier om een verdachte schuldig te verklaren: voldoende objectief en overtuigend bewijs leveren voor zijn of haar schuld. Aan die voorwaarde is in het Weinstein-proces in de verste verte niet voldaan. In tegendeel het objectieve bewijs voor zijn onschuld is overtuigender.

Waarheidsvinding vs. emotie

Op basis van het voorgaande moet ik dan ook vaststellen dat Weinsteins schuldigverklaring vooral gebaseerd lijkt te zijn op emoties en niet op waarheidsvinding. Zeker in het #metoo-debat lopen de emoties vaak hoog op. Zo werden bijvoorbeeld de hervonden herinneringen van de Vlaamse schrijfster Griet op de Beek, dat ze als kind door haar vader was misbruikt, op dezelfde #metoo-hoop gegooid als de vermeende misdragingen van Weinstein. We moesten de schrijfster op basis van haar mooie bruine ogen geloven. Ik besprak dat in mijn column Griet en #metoo. Het lijkt er op dat de actrices eveneens op basis van hun mooie ogen werden geloofd.

Onschuldpresumptie

Maar, zegt u misschien, bij Weinsteins vrijspraak zou een notoire vrouwenverkrachter vrijuit gaan. Dat is echter een cirkelredenering: een drogredenering die als bewijs aanvoert wat juist bewezen moet worden. Het Weinstein-proces was immers bedoeld om op basis van objectief en overtuigend bewijs vast te stellen of de oud-filmbaas een vrouwenverkrachter is. Dat bewijs is, zoals ik liet zien, niet geleverd. Volgens de presumptie van onschuld, in westerse rechtstaten een grondbeginsel in het strafrecht, is iedereen onschuldig tot het tegendeel wettig en overtuigend is bewezen. Dat geldt voor u, voor mij en ook voor Weinstein. Omdat dat bewijs er in het Weinstein-proces niet is, mogen we de oud-filmbaas geen notoire vrouwenverkrachter noemen, om daarmee vervolgens het gelijk van de actrices aan te tonen.

Afsluiting

Ook mijn gevoel (emotie) zegt dat Harvey Weinstein vanuit zijn machtspositie als filmbaas op een onoorbare wijze met de vrouwen omging die graag bij hem wilde werken. Van uit dat gevoel (opnieuw emotie) is hij volgens mij mogelijk terecht schuldig bevonden aan zijn gedrag. Maar op basis van gevoelens (nogmaals emoties) mogen we iemand niet veroordelen. Doen we dat toch, zoals in de Weinstein-casus het geval lijkt te zijn, dan kunnen u en ik ook zomaar veroordeeld worden voor ernstige misdrijven, zonder dat daar enig bewijs voor is. De kindertoeslagenaffaire bij de Nederlandse belastingdienst laat zien hoe gemakkelijk dat gaat en hoe dat mensen ten gronde kan richten.

***

Copyright © 2006-2022 - Dr. Bram Brouwer - All Rights Reserved